Nederlands leren

Начать. Это бесплатно
или регистрация c помощью Вашего email-адреса
Nederlands leren создатель Mind Map: Nederlands leren

1. tips om te leren

1.1. begin op tijd

1.1.1. vaak herhalen

1.1.1.1. samenvatting maken met de dik gedrukte woorden

1.1.1.1.1. laat je overhoren

2. hoe maak je de samenvatting?

2.1. 1. lees de tekst

2.1.1. 2. kijk naar de dik gedrukte woorden

2.1.1.1. 3.schrijf de belangrijkste zinnen op

2.1.1.1.1. 4. markeer de woorden/zinnen die voor jou belangrijk zijn.

3. tips om huiswerk te maken

3.1. schrijf je huiswerk goed op in je agenda

3.1.1. vraag het als je iets niet snapt

3.1.1.1. doe het op tijd

3.1.1.1.1. lees de opdracht(en) goed

4. tips voor in de les

4.1. neem je leesboek mee

4.1.1. let goed op, zodat je de stof snapt

4.1.1.1. vragen als je het niet snapt

4.1.1.1.1. ga niet in discussie met je leraar

5. woordjes leren

5.1. zoek de woorden op die je niet weet

5.1.1. vaak herhalen

5.1.1.1. schrijf de moeilijke woorden op en markeer ze, zodat je dat door kunt lezen

6. websites om Nederlands te leren

6.1. www.cambiumned.nl

6.1.1. www.lereniseenmakkie.nl

6.1.1.1. www.learn-tips.simpsite.nl

7. wat is de toetsstof?

7.1. blok 5 en blok 6 (voor toetsweek periode 4)

7.1.1. wat je niet hoeft te leren van H5: par.1, par 8, par. 9, par 10 en par. 11

7.1.1.1. wat je niet hoeft te leren van H6: par.1, par.2,par. 6,par.8, par. 10 en par. 11

8. blok 5 paragraaf 2

8.1. wat moet je leren uit de paragraaf?

8.1.1. 2.2 je moet deze woorden leren: eigenschappen, hoofdpersoon en bijfiguren en weten wat dat zijn ook moet je je mening over iemand kunnen geven

9. blok 5 paragraaf 3

9.1. wat moet je leren uit de paragraaf?

9.1.1. je moet de woordsoorten kunnen benoemen

10. blok 5 paragraaf 4

10.1. wat moet je leren uit de paragraaf?

10.1.1. bijvoegelijk en stoffelijk naamwoord

10.1.1.1. het bijvoegelijk naamwoord afgeleid van een voltooid deelwoord

10.1.1.1.1. woorden verdelen in lettergrepen en het afbreekteken

11. blok 5 paragraaf 5

11.1. wat moet je leren uit de paragraaf?

11.1.1. de woordjes van opdr. 21 en 22

11.1.1.1. 5.3 de woorden klemtoon, klemtoonteken en uitspraak

12. blok 5 paragraaf 6

12.1. de dikgedrukte woorden uit 6.1 en 6.2

13. blok 5 paragraaf 7

13.1. het woord directe rede

14. blok 6 paragraaf 4

14.1. wat moet je leren uit de paragraaf?

14.1.1. het (stoffelijk) bijvoegelijk naamwoord

14.1.1.1. de trappen van vergelijking

14.1.1.1.1. lastige gevallen: de g-klank

15. blok 6 paragraaf 5

15.1. wat moet je leren uit de paragraaf?

15.1.1. alle blauwe woordjes

16. blok 6 paragraaf 7

16.1. wat moet je leren uit de paragraaf?

16.1.1. de theorie (blauw)

17. blok 6 paragraaf 9

17.1. wat moet je leren uit de paragraaf?

17.1.1. synoniemen en antoniemen